PGIM

Elektrische auto's, windmolens en zonnepanelen trekken de meeste aandacht van groene beleggers, maar de transitie naar een koolstofarme economie is op zijn minst even afhankelijk van de mate waarin traditionele sectoren en grote bedrijven in staat zijn broeikasgasemissies te vermijden. Dat stelt Raj Shant, client portfolio manager van PGIM Investments. 'De huidige focus is te eng. De goede wil is er wel bij veel beleggers, maar ze zien alleen het topje van de ijsberg.’

PGIM's Raj Shant pleit voor een bredere benadering van decarbonisatie

Elektrische auto's, windmolens en zonnepanelen trekken de meeste aandacht van groene beleggers, maar de transitie naar een koolstofarme economie is op zijn minst even afhankelijk van de mate waarin traditionele sectoren en grote bedrijven in staat zijn broeikasgasemissies te vermijden. Dat stelt Raj Shant, client portfolio manager van PGIM Investments. 'De huidige focus is te eng. De goede wil is er wel bij veel beleggers, maar ze zien alleen het topje van de ijsberg.’

Beleggers die geïnteresseerd zijn in decarbonisatie moeten een veel bredere blik ontwikkelen op het terugdringen van CO2-emissies. 'Te vaak staren we ons blind op de bijzonderheden, op de uitzonderingen', vindt Shant. 'Terwijl we pas echt grote sprongen vooruit kunnen maken als we de grootste delen van economieën en markten in de vergelijking gaan betrekken.'

Hoe kunnen beleggers dat doen?

'Onder meer door te beleggen in bedrijven wiens bijdrage aan decarbonisatie ondergewaardeerd is door de markt. Bijvoorbeeld een groot traditioneel energiebedrijf dat zijn ingenieurs laat focussen op oplossingen voor de aanleg van offshore windparken. Of een consultancy firma die organisaties adviseert over energiebesparing en, zodoende, emissies terugbrengt. Zo'n firma kan zomaar verantwoordelijk zijn voor aanzienlijke emissiebeperking bij een flink aantal grote organisaties, maar die bijdrage wordt niet of nauwelijks erkend door de markt of meegeteld door ESG-dataverzamelaars.'

Terwijl dat dus wel initiatieven zijn waarmee goede resultaten worden geboekt?

'Precies. Dit worden ook wel de scope-4-emissies genoemd van een onderneming: de emissies die worden vermeden door de bedrijfsactiviteiten. Maar er zijn nog geen eenduidige rapportagenormen voor deze emissies en mede daarom worden ze door toezichthouders ook niet erkend. Dat is deels terecht: het is ingewikkeld omdat je moet inschatten wat er mogelijk kan gebeuren en er bestaat een reëel risico op dubbeltellingen. Maar volgens mij is het volledig negeren van deze bijdrage echt de omgekeerde wereld - en niet terecht. Dat iets ingewikkeld is of moeilijk, wil nog niet zeggen dat je het niet moet doen of dat het niet belangrijk is.'

Het universum voor 'groene beleggers' zou dus veel groter moeten zijn?

'Jazeker. De meeste beleggers hebben nu alleen het topje van de ijsberg in zicht als het gaat om vergroenende oplossingen: de windturbines, de zonnepanelen, de elektrische voertuigen, aardgas. Scope-4-emissies – het jargon voor de vermeden emissies - breiden dat universum sterk uit, maar dat geldt ook voor al die oplossingen die nu in de chemie en in engineering worden bedacht om emissies te beperken. En denk bijvoorbeeld aan de netwerkbedrijven, aan energieopslag, slimme gebouwen... De lijst is heel lang.'

Wordt die lijst dan niet té lang?

'Ja, die zou te lang worden, dus moeten we een drempel inbouwen. Wij hanteren als regel dat minstens 30 procent van óf de omzet óf de bruto winst gerelateerd moet zijn aan decarbonisatie om de onderneming toe te laten tot dit beleggingsuniversum. Vanzelfsprekend maken wij vervolgens nog onze selectie uit deze verzameling bedrijven, maar de achterliggende visie mag duidelijk zijn: wij gaan ervan uit dat het groeipotentieel van deze categorieën bedrijven nog onvoldoende onderkend wordt door de markten.'

Kunnen daar dan zelfs traditionele olie- en gasbedrijven bij zitten?

'In principe zou dat kunnen, maar ik denk dat alleen de meest progressieve energiebedrijven deel van de oplossing zijn. Je ziet natuurlijk dat enkele grote olie- en gasbedrijven investeren in duurzame energie, en dat is kwantitatief dan al snel omvangrijker dan wat veel duurzame ‘specialisten’ kunnen doen, maar ze komen niet aan die drempel van 30 procent.'

U zegt dat aardgas ook een deel van de oplossing is.

'Jazeker! Zonder gas als vervanger van steenkool als brandstof zal de energietransitie niet slagen, geen twijfel mogelijk. Ook hier raad ik aan: verruim uw blik. Misschien zijn beleggers te veel gefocust op wat er in landen als Nederland en het Verenigd Koninkrijk gebeurt. Daar kan op zekere schaal al sprake zijn van het vervangen van gascentrales door elektriciteit uit duurzame energie. Maar kijk om u heen: wereldwijd wordt 30 procent van de energiebehoefte nog gedekt door energie uit steenkool. En die 30 procent is goed voor 50 procent van alle CO2-emissies. Dus is het eerst zaak het verbranden van kolen te vervangen door het verbranden van gas, met name in India en in China, waar kolen in overvloed en voordelig te krijgen zijn. Het is de uitdaging om die landen op een economisch rendabele manier van gas te voorzien. Dat zou een grote stap betekenen op weg naar een koolstofarme economie. En daarna is het pas tijd om van gas als brandstof af te komen.'

Een zaak van de lange adem, kortom.

Zeker, het is een proces, een reis. De energietransitie is niet een gebeurtenis. Het aandeel van steenkool in de wereldwijde energieopwekking daalt elk jaar en dat is de weg die we moeten vervolgen en versnellen. Daarom pleit ik er ook voor dat beleggers die willen investeren in de transitie naar een koolstofarme economie kijken naar het grotere geheel, dat ze beleggen in álle initiatieven die bijdragen en niet alleen in een kleine selectie daaruit.'

 

Alleen bestemd voor professionele beleggers. Aan alle beleggingen zijn risico's verbonden, waaronder het verlies van kapitaal.
Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
De standpunten in dit document zijn van PGIM per september 2023 en weerspiegelen mogelijk niet hun huidige meningen en kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Noch de hierin opgenomen informatie, noch de hierin opgenomen meningen mogen beschouwd worden als beleggingsadvies of een aanbod of verzoek om de hierin genoemde effecten te kopen of verkopen. Alle hierin gepresenteerde projecties of prognoses kunnen wijzigen. Dit commentaar is niet bedoeld als juridisch, fiscaal of boekhoudkundig advies. Bepaalde informatie uit dit document werd
verkregen uit bronnen waarover wij van mening zijn dat ze op de datum waarop deze werd verstrekt, betrouwbaar was. Wij kunnen echter de juistheid noch de volledigheid ervan garanderen, of garanderen De informatie in dit document is actueel op de datum van publicatie (of een eerdere datum die erin wordt vermeld) en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
In de Europese Economische Ruimte (“EER”) wordt informatie verstrekt door PGIM Netherlands B.V., met statutaire zetel te Gustav Mahlerlaan 1212, 1081 LA Amsterdam, Nederland. PGIM Netherlands B.V. is erkend door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (vergunning 15003620) en beschikt over een Europees paspoort. In bepaalde EER-landen wordt deze informatie, waar toegestaan, aangeboden door PGIM Limited op basis van voorwaarden, vrijstellingen of vergunningen die ter beschikking staan van PGIM Limited in het kader van tijdelijke toestemmingsregelingen na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Deze materialen worden gepubliceerd door PGIM Limited en/of PGIM Netherlands B.V. aan personen die professionele klant zijn zoals bedoeld in de regels van de FCA en/of aan personen die professionele klant zijn zoals bedoeld in de relevante plaatselijke tenuitvoerlegging van Richtlijn 2014/65/EU (MiFID II).
Jennison Associates LLC, PGIM Limited & PGIM Netherlands B.V. zijn volledige dochterondernemingen van PGIM, Inc. de belangrijkste vermogensbeheerder van Prudential Financial, Inc.
(“PFI”). PFI in de Verenigde Staten is op geen enkele wijze verbonden aan Prudential plc, een vennootschap gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, of aan Prudential Assurance Company, een dochteronderneming van M&G plc, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.
©2023 Prudential Financial, Inc. (“PFI”) en daaraan verbonden entiteiten. Jennison Associates, Jennison, het PGIM-logo en het Rock-symbool zijn handelsmerken van PFI en daaraan verbonden entiteiten, geregistreerd in vele rechtsgebieden wereldwijd. 3111655

 

PGIM